Martine weet het maar al te goed: om ijs te maken moet je het hoofd koel houden.
En misschien ook wel eenbeetje apotheker en chemicus tegelijk zijn. Voor het lekkerste roomijs ga je niet over een nacht... ijs.

MARTINE:


Ik was jarenlang aan de slag bij eenbanketbakker in Deinze. Ik leerde er de fijne kneepjes van het vak en mocht er de vakgeheimen stelen met de ogen. Maar eigenlijk wou ik voor eigen rekeningwerken. Hier op de hoeve waren Daniël, mijn zoon Laurens en ik echte ijsvreters. Vaak een liter of meer per dag. Maar eigen roomijs is beterkoop en smaakt
het lekkerst. Dus kochten we een kleine ijsroommachine en ik experimenteerde totdat ik een meer dan behoorlijk resultaat op tafel kon zetten.

Maar een mens is nooit volleerd. Om de zoveel tijd ga ik op bijscholing, vaak in Italië, bv. aan de Carpigiani Gelato University in Bologna.


Doorheen de jaren heb ik mijn eigen receptuur ontwikkeld. Ik wijk af van de standaarden en platgelopen paden. Streng uitgezochte natuurlijke grondstoffen zonder conserverings-middelen zorgen voor de verschillende smaken. Ze zijn niet goedkoop, integendeel, maar op kwaliteit en smaak geef ik niets toe. Mijn vanillestokken voorbeeld dragen het label ‘Bourbon’ en komen uit Madagaskar. Deze soort heeft de hoogste aromaconcentratie.


Tip van Martine:

De ideale temperatuur om volop te genieten van je roomijs is 16 graden.

Plaats je schepijs of ijstaart een kwartiertje op voorhand in je koelkast.

Zo krijg je de beste, romige smaak.