DANIËL:

"De melk van mijn West-Vlaams Rode raskoeien is anders dan anders. Iets vettiger, veel smaakvoller. Anders dan bij de ‘robot-boeren’, lopen mijn koeien zoveel als kan in de weide en eten mals vers gras. Soms is dat natter, soms wat droger. Ook een hap natuurlijk gewas zoals klaver mag daar best tussen zitten: dat zorgt allemaal voor een eigen en unieke smaak. Precies die afwisseling geeft mijn melk en onze bereidingen hun hoogwaardig, typisch en ietwat ‘vetter’ karakter. Ook daarom zit er een altijd een lichte variatie in doorheen het hele seizoen. Een koe die van het eerste, prille gras eet, geeft andere melk dan op het einde van de zomer."

WEST-VLAAMS ROOD


Ze bestaan zowat vijfhonderd jaar en waren bijna verdwenen: de koeien van het ras‘West-Vlaams Rood’, ‘Rouge Flamand’.
Het historisch fokgebied lag in de driehoek Cassel-Watou-Hazebroeck en vandaag blijft deze variëteit verbonden aan de provincie West-Vlaanderen. Deze runderen zijn uitstekende grazers in de winderige en vochtige weiden van deze streek.


Het rode ras wordt zowel voor zijn melk- als vleesproductie gekweekt. Vanaf de jaren
1970 nam de interesse van landbouwers af ten voordele van dieren die ofwel een sterkere melkproductie hebben ofwel gekenmerkt zijn door meer bevleesdheid en een hoog slachtrendement. In 2000 kreeg het ras eindelijk de status van bedreigd rundvee. Tot voor kort telden we nog slechts driehonderd beesten, nu bijna tweeduizend. Sinds 2012 is het ‘West-Vlaams Rood’ erkend als streekproduct.